Een mens kan waarnemen, handelen en spreken.
Er is dus een werkelijkheid bestaande uit drie componenten, die van de waarneming in de materiële wereld , die van het handelen in de sociale werkelijkheid en sturingsinformatie uitwisselen in een communicatief systeem.
In het waarnemingssysteem - het natuurlijke systeem - leert de mens van buiten naar binnen. De evolutietheorie van Darwin steunt op het postulaat dat de biologische soorten zijn ontstaan als resultaat van aanpassing, via het proces van de natuurlijke selectie (survival of the fittest). De evolutietheorie kan worden opgevat als een leerproces dat van buiten naar binnen plaats vindt met aanpassing van de soort aan een ecologische nis als resultaat.
In het sociale regelsysteem leert de mens logisch omgekeerd van binnen naar buiten.De mens past zich niet langer meer aan aan de omgeving, maar past de omgeving aan aan zichzelf. Hij identificeert zich niet meer met de natuur, de planten en de dieren, maar verandert de wereld naar eigen inzicht, gepaard gaande met onbedoelde neveneffecten.
In het communicatieve zelfsturingssysteem komt de vraag aan de orde of en zo ja op welke wijze wij op de onbedoelde gevolgen moeten reageren. Zie drie terugmeldingslussen.
¹ Arnold Cornelis, Logica van het gevoel
stabiliteitslagen in de cultuur als nesteling der emoties
Stichting Essence Amsterdam-Brussel
Vierde vermeerderde druk 1992
|