De vraag waar de logica vandaan komt is in de filosofie en in de wetenschap nog steeds een onopgelost probleem. In een Platonische denktraditie leek de logica uit een bovennatuurlijke orde te komen. De Nederlandse logicus Brouwer wees als oorsprong de intuïtie aan. Maar de vraag is dan wat intuïtie is. Daar steekt zowel een gevoelscomponent in als het inzicht in de aard van de betekenissystemen.
Cornelis stelt nu vanuit een sociale en culturele benadering dat logica de uitwerking is van het gevoel dat wordt afgebeeld op de drie stabiliteitslagen in de cultuur. Daarom liggen er ook drie grote betekenissystemen ten grondslag aan de zelfdefinitie en de zelfsturing van mensen en maatschappijen als lerende systemen.
In plaats van een conflict tussen gevoel en logica aan te houden (problemen van onbedoelde gevolgen, negatieve terugmelding en catastrofale leerprocessen), zoals thans gangbaar is, ziet Cornelis logica als een culturele bewustwording en uitwerking van het gevoel, de grote stuurder.
De verwantschap tussen logica en gevoel is dan ook zo sterk dat ze in elkaar overgaan.Maar dan is er wel eerst een en ander gebeurd aan leerprocessen, aan socialisatie en aan communicatie.
De klassenlogica werkt met cirkels die elkaar insluiten, uitsluiten of gedeeltelijk overlappen. De klassenlogica ligt onbewust al ten grondslag aan het natuurlijke denksysteem dat op de emotionele ervaring van geborgenheid teruggaat. We ervaren die logica als 'waar' omdat we er onbewust een model in herkennen van de elementaire nesteling der eigen emoties.Logica en emoties zijn dus niet tegengesteld. Ook niet als we de klassenlogica gebruiken om de wereld op orde te brengen volgens het fundamentele model van emotionele nesteling van ons eigen bestaan.
In de relatielogica bestaan de eigenschappen van dingen, handelingen en mensen niet zelfstandig, ze worden uit de relaties afgeleid. De wereld van vaste feiten waarneembare feiten blijkt een illusie (zie Oedipus). Wat de symbolen voorstellen hangt in de relatielogica af van het systeem. De relatielogica gaat uit van de onderliggende verbondenheid in een systeem en de term structuur is dan de aanduiding voor de relatiepatronen die aan het systeem zijn eenheid geven. Het begrip structuur is ontstaan in de bouwkunde (Lat.structura: bouwwerk). Menselijke handelingen maken de wereld tot systeem, de ene handeling moet op de andere aansluiten.
De logica van de transformaties is de studie van de logische voorwaarden waaronder de structuren van waarnemen, handelen en denken kunnen worden vergeleken, veranderd, bijgestuurd en geïnnoveerd. Als twee systemen samenkomen die incompatibel zijn, dan moet er een nieuw systeem worden bedacht waarin met beide voorgaande systemen rekening wordt gehouden.
|