Leren in het natuurlijke systeem berust op liefde en identificatie (of de verstoring daarvan) en vindt plaats door waarneming en kan daarnaast ook worden verbonden met een mythisch wereldbeeld, waarin aanpassing aan de natuur doorslaggevend is. Het leerproces van de identificatie garandeert op een onbewust niveau het doorgeven van kennis van generatie op generatie, op een wijze die we herkennen aan het doorgeven van de moedertaal. Hier zien we hoe het mens zijn zich langzaam optilt boven het niveau van dier zijn, omdat er toch iets nieuws wordt binnengevoerd, namelijk het gebruik van symbolen. De identificatie verschilt van de inprenting bij dieren, omdat een mens gebruik maakt van symbolen. Zo lopen jonge ganzen (en andere nestvlieders) meteen nadat ze uit het ei gekomen zijn hun moeder achterna. Konrad Lorenz liet zien dat dit gedrag berust op een inprentingsmechanisme dat aangeboren - genetisch bepaald - is. Inprenten, een snel leerproces, waarbij jonge dieren in een korte periode bepaalde kenmerken van hun soortgenoten of andere elementen van hun milieu in zich opnemen waardoor later de natuurlijke reacties tegenover bijv. hun soortgenoten kunnen worden opgewekt.
Aangeboren of a priori kennis. Darwin's evolutietheorie geeft een verklaring voor het ontstaan van aangeboren kennis, te weten de door natuurlijke selectie ontstane kenapparaten van mens èn dier. A priori kennis duidt op een veel groter kennissysteem dan ons individuele systeem. |