Leren in het natuurlijke systeem berust op liefde en identificatie (of de verstoring daarvan) en vindt plaats door waarneming en kan daarnaast ook worden verbonden met een mythisch wereldbeeld, waarin aanpassing aan de natuur doorslaggevend is. Het leerproces van de identificatie garandeert op een onbewust niveau het doorgeven van kennis van generatie op generatie, op een wijze die we herkennen aan het doorgeven van de moedertaal. Hier zien we hoe het mens zijn zich langzaam optilt boven het niveau van dier zijn, omdat er toch iets nieuws wordt binnengevoerd, namelijk het gebruik van symbolen. De identificatie verschilt van de inprenting bij dieren, omdat een mens gebruik maakt van symbolen. Zo lopen jonge ganzen (en andere nestvlieders) meteen nadat ze uit het ei gekomen zijn hun moeder achterna. Konrad Lorenz liet zien dat dit gedrag berust op een inprentingsmechanisme dat aangeboren - genetisch bepaald - is. Inprenten, een snel leerproces, waarbij jonge dieren in een korte periode bepaalde kenmerken van hun soortgenoten of andere elementen van hun milieu in zich opnemen waardoor later de natuurlijke reacties tegenover bijv. hun soortgenoten kunnen worden opgewekt.

Aangeboren of a priori kennis.
Plato, Descartes en Kant, alle drie hebben over aangeboren kennis geschreven:
- Plato in De Staat: Want een ziel die nooit de waarheid heeft gezien, zal ook nooit een mensengedaante verkrijgen. Om mens te zijn moet men immers de taal der Vormen begrijpen, door van een veelheid van zintuigelijke waarnemingen over te gaan naar een éénheid, en deze samen-vatting (be-grijpen) gebeurt door redenering. Welnu, dat begrijpen is een zich-herinneren van wat onze ziel vroeger gezien heeft toen ze, tijdens haar reis in gezelschap van een god, vanuit de hoogte neerkeek op wat wij thans als werkelijkheid bestempelen, en toen ze opdook binnen het werkelijk Zijnde.
- Descartes in Over de methode: Om te beginnen is immers dat wat ik zoëven als uitgangspunt genomen heb, nl. dat wat wij zeer helder en welomschreven kunnen denken, waar is, slechts zeker omdat God bestaat, en hij een volmaakt wezen is, en omdat alles wat in ons is van hem komt, waaruit volgt dat onze ideeën of begrippen die immers bestaan, en dus van God komen (aangeboren ideeën), in al datgene waarin zij helder en welonderscheiden zijn, slechts waar kunnen zijn.
- Kant beroept zich in zijn werk wel op aangeboren kenis, maar laat zich niet uit over de bron daarvan.

Darwin's evolutietheorie geeft een verklaring voor het ontstaan van aangeboren kennis, te weten de door natuurlijke selectie ontstane kenapparaten van mens èn dier. A priori kennis duidt op een veel groter kennissysteem dan ons individuele systeem.