De logica en de wiskunde gaan niet op de waarneming, maar op een regelsysteem voor menselijk handelen terug.
Het ontstaan van het begrip cirkel kon door Plato alleen vanuit een hogere werkelijkheid worden verklaard omdat het maatschappelijk perspectief ontbrak.
De maatschappelijke kennis draagt een specifiek logisch karakter, dat tot uiting komt in het normatieve regelbegrip. Want een cirkel moet op een bepaalde wijze worden geconstrueerd. Logica is in zijn bewuste culturele gedaante een samenvatting van de sociale leerresultaten uit de communicatieve lus van de instrumentalisering der techniek (bijv.ontstaan begrip cirkel).

Het sociale regelsysteem doorbreekt de wetmatigheden der causaliteit in de natuur die lineair en mechanisch zijn. Causaliteit kan wel worden waargenomen in fysische processen, maar niet in levende systemen en in het menselijk leren, dat zichzelf intern stuurt als de opbouw van een logica, vanuit het gevoel en de emoties. Levensprocessen zijn cyclisch en de evolutie zowel als de leerprocessen ontwikkelen een spiraal (kip-ei, architect-gebouw, cirkel-wiel, leraar-methode).

In het sociale regelsysteem liggen de leerwegen vast: LO, MO en WO. Alleen de plaats van de weg verschilde.